‘Is dit wel de meest effectieve manier om mijn verhaal te vertellen?’ Er zijn ontzettend veel situaties die aanleiding zijn om daar eens over na te denken. Studenten die tijdens presentaties in slaap vallen bijvoorbeeld. Medewerkers die niks zinnigs in te brengen hebben tijdens de vergadering. Of omdat je coach bent en eens wat anders wil dan een gesprek voeren.
Vorm bepaalt gedrag
De juiste inzet van werkvormen zorgt ervoor dat je je toehoorders wél bereikt. Niet slechts om bijeenkomsten ‘op te leuken’, maar als zorgvuldig gekozen aanpak om zo te sturen op het gewenste gedrag. Zo kan de werkvorm ‘Beurt doorgeven’ ervoor zorgen dat niet alles via jou verloopt. En zet je met ‘Op rij’ de groep actief aan het werk, terwijl ‘Zestig seconden spreektijd’ voorkomt dat mensen te lang van stof zijn.
Kiezen maar!
Er zijn talloze werkvormen waar je uit kunt kiezen. Om dit makkelijker te maken, hebben wij ze in ons Groot Werkvormenboek 1 en ook 2 gegroepeerd naar doelstelling. Wil je werkvormen inzetten om het kennismaken beter te laten verlopen, kennis over te dragen of juist te brainstormen? Selecteer de werkvormen met zorg. Besteed genoeg aandacht aan de voorbereiding. En ga dan aan de slag!
Fouten voorkom je zo
De manier waarop je werkvormen introduceert, begeleidt en afrondt, maakt of breekt het succes. En dus wil je dit vooral… niet doen:
- Vertellen dat je het vandaag eens helemaal anders gaat doen
- Een werkvorm uitleggen terwijl de mensen zitten, en dán verwachten dat ze in beweging komen
- In één keer meerdere stappen uitleggen die je van de deelnemers vraagt
- In discussie gaan over de werkvorm die je hebt gekozen
- Zelf heel passief zijn, terwijl je een actieve houding verwacht van de rest
Om dit te voorkomen, is de meest belangrijke raad: gewoon dóen! Wanneer jij zelfverzekerd een werkvorm inzet, gaan de deelnemers vanzelf mee in jouw uitleg en energie!